
Van Schuberts weemoed tot Hindemith's scherpte
Voor dit concert koos artistiek leider Julien Hervé een programma dat groots én licht ironisch is: twee monumentale octetten van Schubert (1797-1828) en Hindemith (1895-1963). Schubert blonk uit in het combineren van tegenstellingen, zoals licht en donker. Hindemiths werk daarentegen is persoonlijk en vol krachtige emoties.
Schuberts Octet in F (1824) is een meesterwerk van kamermuziek met bijna orkestrale allure: zes delen, ruim een uur muziek, vol lyriek en dramatiek. Terwijl Schubert ziek was, ademt het stuk toch Weense charme en luchtigheid. Onder de melancholie gloeit een opvallende levenslust — een bewijs van zijn ongeëvenaard vakmanschap.
Meer dan een eeuw later (1958) componeerde Hindemith zijn Octet, in de laatste fase van zijn carrière. Mogelijk voelde hij zich toen afgewezen door de avant-garde die hem ooit had bewonderd. De instrumentatie lijkt sterk op die van Schubert, maar de altviool — zijn eigen instrument — krijgt een hoofdrol. De tweede altviool kleurt het geheel donkerder en droger, passend bij Hindemiths scherpe stijl. Bij de première speelde hij zelf mee, en in het slotdeel schreef hij voor de eerste altist een haast onmogelijke passage — pure ironie.
Dit concert belooft een feest van muzikaliteit, humor en emotie te worden: negen musici, twee grootmeesters en een vleugje zelfspot voor een meeslepende avond.
Musici:
Roman Spitzer & Sam Panner - viool
Olfje van der Klein & Oliver Vilu - altviool
Emma Naegele – cello
Ying Lai Green - contrabas
Julien Hervé - klarinet
Lola Descours – fagot
Felipe Freitas - hoorn